Gevallen

Het gebeurt me niet elke dag, een man die voor me valt. Deze zonnige vrijdagmiddag wel. Letterlijk. Midden in het bos.

Eigenlijk ging ik een eind fietsen om mijn hoofd leeg te maken. In de hoop dat er inspiratie zou komen voor een blog voor IntermeZZo. De telefoon op stil, wind in de haren, zon op het gezicht, het ruisen van het gebladerte dat volop uitloopt aan de bomen in de bossen tussen De Wijk en Staphorst. Volop vogelzang, het tikken van een specht. De zintuigen helemaal open voor inspiratie …

Fiets

Ze kwam me tegemoet fietsen op het half verharde bospad. Te smal voor tweerichtingsverkeer en al helemaal om er anderhalve meter tussen te houden. Vervaarlijk, een dame op leeftijd met een E-bike op standje full speed. Dus ik stuurde mijn stalen ros de berm in en zo had de dame alle ruimte om te passeren. Ze knikte vriendelijk. Ik stapte weer op, maar nog geen honderd meter op weg zag ik haar wederhelft net om een bocht op me af komen. Langzaam slingerend, recht op een gedeelte met mul zand afsturend. Ik kon net op tijd afstappen. De man reed zich vast in het zand en in slow motion viel hij voor mijn voeten op de grond. Zijn fiets volgde hem en kwam boven op hem terecht.

Hij bleef doodstil liggen, krijtwit. Mijn hart bonsde in mijn keel. Ik sprak hem aan en hij reageerde gelukkig op mijn aanspreken. ‘Schrik’, zei hij en probeerde overeind te komen. Ik zei hem te blijven liggen, dat ik eerst zijn fiets van hem af zou halen. ‘Goed idee’, reageerde hij. Zijn glimmende fiets snel tegen de picknickbank vlak langs het pad geparkeerd. Die man moet snel van het fietspad af, schoot het door me heen en toen: “ … Hoe help je iemand met inachtneming van de anderhalve meter?…”.

Eerst maar checken met woorden: ergens pijn, meneer? Nee. Duizelig? Ja en een beetje slap. Gedraai in het zand, de man kon echt niet zelf opstaan. Weg dan maar met die anderhalve meter! Voorzichtig tot zit geholpen, even rusten. Toen op de knieën, even rusten. Mijn armen geboden en samen tot staan gekomen, even rusten. Niet meer duizelig? Beetje. Arm in arm naar de bank gelopen. ‘He, he, ik zit’, zei meneer. Er sjeesde met een bloedgang een mountainbiker voorbij. ‘Bent u een pleeg?’, vroeg hij me. ‘Nee, wel ooit EHBO-diploma gehaald’, zei ik.

Pleeg

‘Is dat uw vrouw die daar voor u uit fietste?’, vroeg ik hem, terwijl ik hem in de gaten hield. Nog erg weinig kleur in het gezicht, trillen.

‘Ja, dat is mijn vrouw, die komt vanzelf wel terug als ze me mist, hoor!’, zei hij vol vertrouwen. ‘Hoe voelt u zich?’, checkte ik. Hij voelde alsmaar aan zijn bovenbeen in een wat slobberende spijkerbroek. ‘Slap, maar ik ben ook pas twee maanden geleden geopereerd. Blaaskanker. Ik durf niet goed buiten nu met die corona. Maar ik had zo’n zin in frisse lucht. Ik ben pas voor de tweede keer op de fiets. Ik ben een beetje bang dat het urineslangetje er uit gaat of dat het gaat lekken. Het zit hier.’ En weer wreef hij langs zijn been, keek me onzeker aan. ‘We wachten gewoon nog even, als het niet nat wordt, zit het er nog in. En u viel op uw andere been’, probeerde ik hem gerust te stellen. Ik had eigenlijk geen idee hoe en waar het bedoelde slangetje eigenlijk zat. Geen pleeg, hé…

Blaaskanker

Daar kwam mevrouw terug fietsen. Hij had gelijk! ‘Hee, heb je een bekende getroffen?’, riep ze van verre. ‘Nou, nee, een onbekende’, grapte hij onverwacht lollig en hij bloosde een beetje. Kleur op de wangen, dacht ik, goed teken. Mevrouw bleef met de fiets in de hand staan, een eindje verderop. ‘Ja, sorry, anderhalve meter, he?’, zei ze. 

Ik vertelde haar dat manlief was gevallen en dat ik hem had geholpen tot zo ver. En dat hij bezorgd was over het slangetje.

Er ging een luikje bij de oude dame open en daar kwam het hele verhaal: over moeite met plassen, pijn, onzekerheid, angst, ziekenhuis in-en-uit, operatie, dankbaarheid, samen evenwicht vinden op je oude dag. ‘Het gaat met vallen en opstaan’, vond ze.

‘En vandaag ben ik voor deze jongedame gevallen en ze heeft me geholpen weer op te staan,’ grapte hij. Humor, deze man. Mooi als je die weet in te zetten als je in de ellende zit.

Knipoog

Mevrouw praatte flink door, staande met de fiets aan de hand. De man, haar af en toe aanvullend, ging na een half uurtje zelf staan en hield zich vast aan de picknicktafel. Ging goed, vond hij. Ik reikte hem zijn fiets aan en samen liepen we naar het verharde deel van het fietspad. Zijn vrouw bleef op meer dan veilige afstand van mij.

‘Hee, je hebt er óók een, een ouwetje nog wel!’, merkte hij en passant mijn fiets op. ‘Zo’n jonge meid en dan al een E-bike?’.  Nu zei hij jonge meid tegen me … Ik voelde inspiratie voor een blog aankomen.

‘Nou dame, het was me een genoegen voor je te vallen, bedankt voor je hulp, hoor. En dat je naar mijn vrouw hebt geluisterd!’, met een blik van verstandhouding en een vette knipoog.

Slingerend hervatte hij zijn weg, zijn vrouw achterna.

Marlies Mestrom

Ps: ik heb naam en adres van de mensen genoteerd en hen een visitekaartje van IntermeZZo gegeven. Zo kunnen we elkaar vinden, mocht dat nodig zijn in corona-tijden. En ja, ik had een pakje ontsmettende doekjes in de fietstas. Thuis lang en grondig de handen gewassen. Voor de zekerheid.

arrow-right arrow-down keyboard_arrow_down arrow-left plus-circle cross close search2 twitter2 facebook2 youtube2 linkedin2 envelope-o instagram2 menu play2 mobile2 users3 signal user whatsapp22 envelope-o2 quotes-left spinner2222 checkbox-checked checkbox-unchecked checkmark price-tag lightbulb_outline comment-square binoculars heart-o heart home bell building-o bullhorn star-o star truck magic-wand edit reply eye