Handen

In voorgaande blogs heb ik al vaker aan een ongeval gerefereerd zonder nadere toelichting. Tijd om daar eens iets aan te doen.
Voor mezelf is het een vast gegeven en bijna dagelijks gebeurt er wel iets om me er aan te herinneren.
Nee, geen trauma, verre van dat. Wel mijn eerste confrontatie met de kwetsbaarheid van het leven, ook niet de laatste trouwens.

Dinsdagmorgen, 20 maart 1990, rond een uur of zeven. Ik ben op de fiets onderweg naar mijn werk. Het is druilerig weer en nog halfduister. Er is weinig wind en ik heb er lekker de sokken in.
Vlak voor de kruising bij Herxen ligt een eend in de berm, een woerd. Ik kijk achterom om te zien wat hem is overkomen. Als ik weer vooruit kijk is vanaf links een enorme tractor met giertank bezig de kruising over te steken. Remmen is geen optie meer en zonder verder nog na te denken gooi ik me in een rechterbocht om weg te blijven van die tank.
En dan gebeurt het: alle beweging vertraagt als een vast lopende filmprojector. Ik heb mijn blik strak gericht op het voorwiel van de tractor dat steeds langzamer mijn voorwiel nadert. Ik voel geen angst, probeer alleen maar uit alle macht mijn wiel nog verder naar rechts te drukken terwijl het geluid van de motor in mijn oren davert. Het grote voorwiel beweegt plotseling iets naar links, de bestuurder moet me gezien hebben. Op dat moment maken de wielen heel behoedzaam contact.
En dan is er alleen nog die donderende klap die de tijd doorboort.

Gitzwarte plas

Ik lig in een gitzwarte plas waar de stilte wordt doorbroken door een gebrul.  Dat ben ik zelf; omstanders hebben alleen wat gekreun gehoord.
Die zwarte plas is bloed. Ik ga dood, zoveel is wel duidelijk. Daarom moet Anna bij me zijn. Ik kan niet dood gaan zonder haar.
Iemand begrijpt mijn angst en gaat bellen.
Er zijn handen die me wat comfortabeler neerleggen.
Een deken wordt over me heen gelegd. Handen houden me vast. Een stem praat tegen me, bezweert de oplaaiende paniek. Ik zie steeds meer bloed weg vloeien: dit kan zo niet door gaan!
Een dokter probeert me gerust te stellen wat niet lukt.
Die handen, die houden me in leven.
Ambulance en politie arriveren gelijktijdig. Geoefende handen tillen me naar binnen en we rijden. Ik heb mijn weldoener nog niet bedankt, komt later wel.

In Sofia wachten zusters me op, rustig en professioneel. Iets van de angst ebt weg, ik ben in goede handen. Tijdens het hechten van mijn lip braak ik massa’s bloed op.
Anna is er, wit en geschrokken. Ze valt bijna flauw door mijn kapotte gezicht. Geeft niet, ze is er, we zijn weer samen.
De kaakchirurg stelt diverse botbreuken vast: bovenkaak, neus en jukbeen. Opereren.
Op de IC merk ik dat mijn kaken met ijzerdraad zijn vastgezet. Voor de volgende zes weken ben ik veroordeeld tot vloeibaar voedsel.

‘Gewoon’

Als alles ver achter me ligt begin ik met de revalidatie. Met Anna ga ik op de fiets naar dat kruispunt toe. Hier zal ik voorbij komen als ik weer ga werken; de eerste confrontatie met die plek durf ik niet alleen aan.
Op de kruising kijk ik om me heen, reconstrueer waar en hoe ik heb gelegen, waar de mensen stonden. Het doet me niets.
Grote opluchting.

Een paar dagen later fietsen we opnieuw over die kruising. We slaan rechtsaf en dan gaan al mijn haren overeind staan. Ik voel me ijskoud worden.
Met moeite stop ik in de berm en roep Anna terug die nietsvermoedend door was gereden. Ze moest me even stevig vasthouden.
Het zal de herbeleving zijn geweest van de rechterbocht die aan dat ongeluk vooraf ging. Daar had ik even niet op gerekend.

En mijn ‘weldoener’? Via een oproep in het lokale krantje vinden we de man die me – voor mijn gevoel – in leven heeft gehouden. Volgens mijn zoon “gewoon een timmerman uit Wijhe”.
Als ik hem ontmoet vertel ik hem over mijn gevoel. Daar wil hij niets van weten. Nee, ze reden normaal nooit de route die langs die ongevalsplek voerde, dat was gewoon toeval.
Voor jou misschien, maar ik weet dat je gestuurd bent.
En die handen dan?
“Ik heb vroeger EHBO gedaan en dat is al lang verlopen. Ik wist nog wel dat je altijd moet proberen het slachtoffer gerust te stellen; nou, dat heb ik gewoon gedaan”.

Ja, dat heb je ‘gewoon’ gedaan.
Dat is dan ook het meest ingrijpende geweest dat iemand ooit voor mij heeft gedaan.
Dat vergeet ik mijn hele leven niet meer.

Argus

arrow-right arrow-down keyboard_arrow_down arrow-left plus-circle cross close search2 twitter2 facebook2 youtube2 linkedin2 envelope-o instagram2 menu play2 mobile2 users3 signal user whatsapp22 envelope-o2 quotes-left spinner2222 checkbox-checked checkbox-unchecked checkmark price-tag lightbulb_outline comment-square binoculars heart-o heart home bell building-o bullhorn star-o star truck magic-wand edit reply eye