Gepubliceerd: 21 april 2021
Argus, de gast die voor IntermeZZo regelmatig een ervaring opschrijft in een blogvorm, ervaart lichtpuntjes waar een ander ze niet ziet. Ook en juist in tijden van ziekte en tegenslag. Soms zit een lichtpunt in een lichtval …
Onlangs hoorde ik iemand uitleggen dat de hoge gebrandschilderde ramen van oude kathedralen dienden om het (ongeletterde) volk Bijbelse boodschappen bij te brengen. In een kerkje in het Virgental hebben we zelfs een compleet stripverhaal op een van de wanden gezien, daterend uit rond 1300.
Op het moment echter dat die kerkramen ter sprake werden gebracht zag ik een heel ander beeld voor me, het roosvenster van de Michaelskirche in Eberbach, een stadje aan de Neckar.
We waren daar in 2017 met vakantie, de eerste vakantie die we ons permitteerden nadat Anna haar operatie, chemotherapie en bestralingen in het voorgaande jaar achter de rug had.
We hadden een Ferienwohnung gehuurd in Gammelsbach, een plaatsje waarvan een vriend ooit vroeg waar dat in vredesnaam lag waarop ik zei: “Vlak bij Beerfelden”. Daar schoot hij niet veel mee op.
Het was er heerlijk rustig, een breed beekdal met talrijke wandelmogelijkheden en de stad Heidelberg lag ook dichtbij. Cultuur en natuur, altijd een fijne combinatie, waar we echter maar een paar dagen van hebben kunnen genieten. ’s Morgens om een uur of vijf werd Anna misselijk en haar hartslag was een chaos. Daar heeft ze wel medicijnen voor maar door de misselijkheid kon ze die niet innemen. Een vervelende patstelling waardoor we al eens eerder op de spoedeisende hulp terecht waren gekomen.
Nu zoeken we hulp bij een arts in Beerfelden die aan een virusinfectie denkt en daarvoor een middel voorschrijft. Maar met de nadrukkelijke waarschuwing naar het ziekenhuis te gaan als het niet snel beter zou gaan. In de loop van de middag is dat het geval en nemen we contact op met het ziekenhuis in Eberbach waar we direct naar toe kunnen komen.
En dus rijden we weer eens naar een ziekenhuis, maar nu in een heel andere omgeving. Na allerlei testen krijgt ze een infuus en mag ze blijven ter verdere observatie. Voor de veiligheid geïsoleerd vanwege een mogelijk besmettingsgevaar. Om 21.30 uur rij ik een beetje moedeloos terug naar het appartement.
Precies twaalf uur later ben ik weer in Eberbach. Anna voelt zich gelukkig al weer een stuk beter, ze is stabiel en geniet inmiddels van het uitzicht vanuit haar kamer. Ze moet daar nog wel even blijven. Reden dat ik rond het middaguur naar de stad afdaal om iets te gaan eten.
Op weg naar de Italiaan passeer ik de Michaelskirche waar een poster op de deur hangt: “Kirche geöffnet”. Het voelt als een uitnodiging en ik stap naar binnen. Onder het orgel door loop ik een lege, stille kerkzaal binnen waar mijn blik onmiddellijk wordt getrokken naar het ronde venster, hoog in de tegenover liggende wand. Op dat moment valt het zonlicht gekleurd naar binnen. Het voelt overigens meer alsof een blik op mij valt.
Als in trance loop ik verder, kom in de lichtbundel terecht en voel mijn benen onder me ineenzakken. Wankelend bereik ik een stoel en plof daarop neer en voel, volkomen overweldigd door dat licht, de tranen over mijn wangen stromen.
Achteraf heb ik het gevoel dat alle emoties en spanningen van de vorige dag én die van het vorige jaar door dat licht werden opgeroepen en in één keer als een waterval hun weg naar buiten vonden.
Minutenlang heb ik daar zitten huilen, zonder snikken of wat dan ook, alleen die tranenvloed.
Toen ik weer een beetje bij mijn positieven kwam keek ik wat meer om me heen en zag in een hoek schuin achter me een dame achter een tafeltje zitten. Ik móest iemand spreken dus liep ik naar haar toe en vertelde wat me was overkomen. Ze glimlachte.
De dame vertelde me dat ze al drie jaar in de zomermaanden als vrijwilligster toezicht hield tijdens de openstellingen, drie keer in de week. “En al die tijd”, zei ze, “als ik hier binnen kom onder dat orgel door en ik zie dat raam, dan raak ik steeds weer ontroerd”. Dat mij dat zo raakte, in mijn omstandigheden, verbaasde haar helemaal niet.
Toen ik weer op straat stond voelde het of een last van me af was gevallen.
De Italiaan was bijna om de hoek met een terras op het plein waar ik van een heerlijke pizza én de sfeer genoten heb om daarna weer de berg op te lopen naar het ziekenhuis waar Anna in de loop van de middag werd ontslagen. De volgende dag heb ik haar mee genomen terug naar die kerk. De zon scheen toen niet en was het effect lang zo sterk niet als de dag ervoor. En nu zij naast me zat had ik dat ook niet zo hard nodig, denk ik.
Door het in maart 2021 beschrijven van deze episode, kwam alles weer helder in mijn beleving. In een opwelling besloot ik het verhaal in het Duits te vertalen en op te sturen naar het kerkelijk bureau in Eberbach. Dit omdat ik me voor kon stellen dat zo’n positief geluid wel op prijs zou worden gesteld. Tot mijn teleurstelling kreeg ik geen reactie.
Dacht ik.
Twee weken na dato krijg ik een mail van de voorganger van de kerk in Eberbach. Hij bedankt me hartelijk voor mijn brief die hem ontroerd heeft en die hij daarom licht ingekort in de dienst van de afgelopen zondag aan de gemeente heeft voorgelezen. In de bijlage vind ik de tekst van de complete preek inclusief mijn verhaal…
En zo is de cirkel rond: die lichtstraal heeft mij toen geraakt en mijn verhaal kon nu weer een lichtpuntje brengen, ver over de grens.