Wachten

Gepubliceerd: 4 oktober 2022

Het is zaterdag 27 augustus, lunchtijd. Bij de rotonde in Staphorst installeer ik me met mijn cameraatje om foto’s te maken van de aankomst van de Oldtimers. Gasten van IntermeZZo die met een privéchauffeur in de meest mooie Oldtimers weldra zullen komen aantuffen voor een lunch en een bezoek aan het Staphorster Museum. Ik weet niet van welke kant ze komen, dus ik sta zó dat ik snel kan knippen. Wachten dus.

Er komt één oldtimer aan, de voorhoede. Ik knip en maak een filmpje. Ineens word ik op de schouder getikt. Ik draai me half om, zodat ik toch de weg in de gaten kan houden. Ik verwacht dat het een collega is, maar ik kijk in het gezicht van een wildvreemde meneer. Diepe groeven in het gezicht, dun grijs paardenstaartje. Achter hem een mevrouw, ook een wat alternatieve verschijning. Niet direct de looks die je verwacht in Staphorst. ‘Komen er nog meer van die auto’s langs, is het een rally?’, vraagt meneer. Ik leg het kort uit. Mensen met of na kanker die een dagje uit gaan, om even te ontspannen, even niet met ziek-zijn bezig.

Meneer valt stil. Kijkt zijn vrouw aan met een blik van verstandhouding. Mevrouw duwt meneer een beetje mijn kant uit. Knip, knip, knip. Big smiles, daar in die ouwe auto’s. Handen die zwaaien. Weer wachten. 

Meneer zucht diep en gaat los, staccato: ‘Een paar maanden geleden is onze schoonzoon overleden. Aan kanker. Hij was als een eigen kind voor me. Ik heb hem maanden verzorgd. Kon mijn dochter toch wat werken. Nu is hij dood. 39 jaar. Dat kan toch niet. Dat hoort toch niet. Niet naar IntermeZZo gegaan. Hij kon het zelf wel. Mijn dochter ook: kan het zelf wel, toen en nu.’

Ik doe een stap naar voren. Knip, knip knip. Stralende gezichten. Bekende gezichten. ‘En u, meneer, hoe gaat het met u?’, vraag ik terwijl ik hem recht aankijk. Waterlanders komen omhoog in zijn ogen. Zijn vrouw duwt hem nog wat meer mijn kant uit.

‘Doorgaan, wat moet ik anders?’, klinkt het met gesmoorde stem. ‘Stilstaan. Stil staan bij wat er is gebeurd?’, antwoord ik. Knip, knip, knip. Zeker zes auto’s passeren, petten, wapperende haren in de wind.

Meneer vertelt als een waterval het verhaal van schoonzoon-lief. En zijn verdriet. Zijn onmetelijke verdriet. Dat hij niet mag hebben van zichzelf. Zijn dochter, die mag verdrietig zijn, de ouders van schoonzoon ook. Maar hij?

‘Mist u hem?’, vraag ik. ‘Meid, ik kan niet eens vertellen hoe …’, de waterlanders stromen over, zijn stem stokt. Tranen stromen door de groeven in zijn gezicht. ‘Goed zo, toe maar’, moedigt mevrouw aan. Knip, knip, knip. De laatste oude beautys komen ronkend voorbij. Ik moet erachteraan, foto’s maken van de groep, onze gasten, de gastvrije Staphorsters.

Mevrouw zegt: ‘Het is de eerste keer dat hij zich laat gaan en eindelijk práát. Dankjewel.’ Voor de zekerheid geef ik ze het adres van IntermeZZo. Meneer pakt me bij de schouders en knikt van ja. Ik hoop zó dat ik hen bij IntermeZZo mag ontmoeten. Ik wacht op ze.

Marlies Mestrom, assistent manager/communicatieadviseur IntermeZZo

arrow-right arrow-down keyboard_arrow_down arrow-left plus-circle cross close search2 twitter2 facebook2 youtube2 linkedin2 envelope-o instagram2 menu play2 mobile2 users3 signal user whatsapp22 envelope-o2 quotes-left spinner2222 checkbox-checked checkbox-unchecked checkmark price-tag lightbulb_outline comment-square binoculars heart-o heart home bell building-o bullhorn star-o star truck magic-wand edit reply eye